Het is even na één uur in de middag en in Putte-Kapellen is geen parkeerplaats meer te vinden. Tot ver buiten het grensdorp staan de touringcars langs de kant van de weg. Ze zijn ‘s ochtends vroeg vertrokken uit plekken met poëtische namen als Wingene-Zwevezele en Beernem-Oedelem. En ze zijn voorlopig nog niet thuis.

Op de dag van de Sluitingsprijs, de traditionele afsluiting van het wielerseizoen in de Lage Landen, is het feest in de Nederlands-Belgische grensstreek. De Vlamingen zijn in groten getale uitgerukt voor hun jaarlijkse uitje. Ze dragen shirts van hun favoriet (Jürgen Roelandts) of hun plaatselijke café (De Groote Pint), ze eten braadworsten en suikerspinnen en ze drinken bier, heel veel bier.
Dit is kermis, carnaval en een vrijgezellenfeest tegelijk. De zoveelste crisis die de wielersport doormaakt, na de ontmaskering van de toppers uit de Tour, lijkt hier ineens heel ver weg.
Het heeft wel iets van de Titanic. De sport loopt keer op keer averij op, maar het volk feest door, alsof er niets aan de hand is.
De Titanic? Laat Jan Janssen het niet horen. ,,Al wordt deze crisis nog veel erger dan die in de financiële wereld, het wielrennen zal altijd blijven bestaan,’’ zegt de beroemdste inwoner van Putte, die om de hoek van de finish woont, met de hem kenmerkende felheid. ,,Hoeveel rotzooi er ook is, de mensen komen steeds weer terug.’’
En mensen, die zijn er in Putte-Kapellen. ,,Wel 30.000,’’ verklaart Dirk van Mechelen, behalve Vlaams minister van financiën ook burgemeester van Kapellen. De politie houdt het op 15.000. Van Mechelen: ,,Op dit moment zien wij alles al dubbel.’’
Alleen de bookmakers hebben wel eens betere dagen gekend. Dus toch een ‘doping-effect’? ,,Nee hoor,’’ zegt Nico Verlinde, die naast een schoolbord zit waarop met krijt de inzetten op de renners staan vermeld. ,,Tom Boonen zit in de kopgroep, daarom zet niemand meer geld in op een ander.’’
Verlinde gaat er blind van uit alle inzetten op de topfavoriet straks uit te moeten keren. ,,Maar wij betalen alleen vandaag uit. Als degene die hier de bloemen pakt over twee maanden positief blijkt te zijn, dan krijgen alle andere mensen hun geld niet terug.’’
De bookmaker ziet elk jaar weer veel bekende gezichten in de langgerekte finishstraat. Voor een hoop oud-coureurs is ‘Putte-Kapellen’ een reünie, waar de hele dag door herinneringen kunnen worden opgehaald. Ook aan de dopingcontroles van weleer.
,,Ik heb een keer in een feesttent gestaan,’’ vertelt de 67-jarige Ko Tolhoek, in de jaren ’60 zelf deelnemer aan de Sluitingsprijs. ,,In het midden stonden een paar houten schotten, tot borsthoogte, en daarachter moest ik plassen. Iedereen gaapte me aan.’’
Hij reed ook een keer een koers waar halverwege de helft van de kopgroep afstapte. ,,Omdat ze hadden gehoord dat er controle was.’’
O ja, de koers. De bel klinkt, er wordt gedemarreerd uit de voorste groep. Eerst Piet Rooijakkers, dan Albert Timmer. De mannen van Skil-Shimano hebben er nog zin in. Het Quick-Step-blok van Tom Boonen brengt echter iedereen terug. Het wordt de onvermijdelijke massaspurt, die uitdraait op een sensatie: de kleine sprinter Hans Dekkers haalt het voor Boonen en Tom Veelers.
De 27-jarige Nederlander weet niet wat hem overkomt. Zijn seizoen is overschaduwd door blessures en zijn ploeg Mitsubishi-Jartazi houdt op te bestaan. Zijn schoonvader belt uitgelaten met het thuisfront. ,,Onze Hans verslaat hier Tom Boonen in de sprint. Tom Boonen!’’
Het is ‘onze Hans’ gegund. Toeschouwer Thomas Dekker steekt breed lachend zijn duim op, van de rondemiss krijgt de beduusde winnaar een enorm glas bier in zijn handen gedrukt en de avond is nog jong, heel jong.

Sven Remijnsen
Gepubliceerd in: AD (2008)